bron: http://wetenschap-eindtijd.com
Iedereen moet het leven met de dood bekopen.
Dat is net zo zeker als wat.
En…
Dood is dood.
"Uit stof zijt gij geboren en tot stof zult gij wederkeren". Kan het duidelijker?
Het kan toch niet waar zijn, dat dàt de zin van het leven is?
Dat is toch zinloos!
Kortom! Er moet haast wel een diepere reden zijn. Dat kan niet anders.
Ik zou diegenen, die denken dat de geest blijft voortleven niet graag de kost willen geven.
Het is een haast onuitroeibare gedachte-kronkel.
Of anders gezegd : Het is een van de alleroudste deformaties in ons genen-patroon door ons denken. Misschien wel de oudste.
Ik denk dat er maar weinigen zijn, die zichzelf die vraag "wat de zin van alles is" niet gesteld hebben : zeker in tijden van tegenspoed.
Mag ik stellen, dat dit de ham-vraag is waar iedereen naar op zoek is?
En zolang die vraag onbeandwoord is, is er een drijfveer om verder te gaan.
Wat is de zin van ons lijden als ziekte?
Wat is de zin van alle oorlogen?
Het lijkt allemaal zinloos.
Ik ben ervan overtuigd, dat de Oude Wijzen van weleer – stervelingen gelijk U en ik – zo bezeten waren van de vraag "Wat is de zin van het leven", dat ze zich totaal met niets anders meer bezig konden houden.
Die "bezetenheid" deed hen waarlijk de "monniks kap" opzetten waardoor zij zichzelf onzichtbaar maakten voor de wereld om hen heen.
Die "bezetenheid" tezamen met die zwarte kap – ook wel de "roetkap" genaamd – deed hen nog slechts leven in de nacht.
Die "bezetenheid" was het gevolg van "levenspijnen" c.q. levensstrijd van vele "gene"-raties waardoor hun genen erflastig werden belast.
Ongetwijfeld kent U de verhalen van Nostradamus, een arts uit de Middeleeuwen die waarlijk leefde voor zijn werk.
Hij was arts en zag niet anders dan het menselijk lijden om hem heen.
Dit versterkte nog slechts zijn erflastige genen-destructie hetwelk hem zo'n bezeten arts deed zijn. Toen de pest uitbrak werd hij door het volk gezien als ware reddende engel. Hij kon de pest genezen.
Toen zijn vrouw echter door diezelfde ziekte de dood vond, zette hij waarlijk de monniks-kap op en vroeg nog slechts in de nacht – verdwaasd kijkend naar de sterren – aan dit machtige schouwspel : "Waarom, waarom, waarom?"
Steeds dieper zakte hij weg in de nacht.
Steeds groter werd de afstand tot de wereld om hem heen en door die afstand leerde hij waarlijk zien.
Als men overal met de neus op staat, ziet men slechts een enkel aspect en wordt erdoor "gegrepen".
Er zijn legio verhalen van mensen – levend in opperste doodstrijd /concentratiekampen – die waarlijk leerden zien en telepatische gaven kregen.
Ik mocht in mijn leven enkele van deze mensen tegenkomen.
Het zijn meer dan bijzondere mensen. Ze zijn er niet en ze zijn er wel.
Hun eigen waarde is tot waarlijk nul gereduceerd en staan in het leven voor hun naaste.
Tegelijkertijd kunnen ze nog slechts in het leven staan door een naaste die dit gemis aan eigenwaarde opvult, d.w.z. zeer uitgesproken "eigen-waardigen".
Ik verhaalde U in deze voor U lange en voor mij zo summiere verhaaltjes o.a. over astrologie in relatie met karakter c.q. het omgaan met het leven.
Sterren" – die wij allen zijn, verschillen heel veel van elkaar.
De "dag"-sterren zijn de rammen bij uitstek : de nieuwe lente c.q. groei.
Hun opposanten zijn de "nacht"-sterren de boogschutters.
Ik verhaalde U bij flarden nog slechts, over mijn leven.
Veelvuldig werd ik haast gek van mijn eigen bezetenheid in mijn doktersjas.
Dag en nacht werd ik achtervolgd met mijn werk.
En altijd maar weer met de vraag : "Waarom, waarom, waarom?"
In de wereld waarin ik leefde stelde ik deze vraag veelvuldig.
Het werd afgedaan met totale onbegrip, totdat ik een helder-ziende tegenkwam.
Ik werd daar als "nacht"-schade ster (boogschutter) naar toe gestuurd door een ram.
Het eerste wat de paragnost mij wist te vertellen over mijn "bezetenheid" was dat mijn overleden grootvader mij op de nek zat.
Hij kon mij meer van mijn grootvader vertellen, dan ik zelf wist.
Mijn grootvader was een zeer bijzonder mens in zijn tijd.
Hij was een groot wetenschapper en gaf zijn leven aan…
Hij leefde louter voor de wetenschap.
Hij leefde louter voor de hamvraag : "Waar komen we vandaan en waar gaan we naar toe".
Hij stond bekend als een uiterst eigenaardig mens, bijzonder moeilijk voor zijn omgeving. Hij miste iedere vorm van dàt waar wij in deze wereld zo in uitblinken : een compromis. Voor hem gold dat het compromis altijd twee verliezers kent, omdat de waarheid geen compromissen dult.
Zijn studenten hield hij voor als levens-advies : "Als je een obstakel in je leven tegenkomt – een probleem – ga je erin zitten. Net zo lang totdat het probleem zich oplost en dan pas vervolg je je weg!"
Hij zei daarmee : "Zet jezelf een monnikskap op, totdat de lucht geklaard is".
En zo werd mijn grootvader een zonderling, stoeiend met de hamvraag des levens.
Hij kwam er bij zijn leven net niet uit.
De wereld "gapte" zijn ontdekkingen – gelijk Werner von Braun's atoom energie – en ontwikkelde uit zijn kennis van het hersenfunctioneren de computer.
Hij bleef zitten met een probleem.
Het zat hem zodanig op zijn maag, dat hij er maagkanker van kreeg.
Het is als dat men van kankeren kanker krijgt!
Niemand gelooft dit, doch het is slechts de waarheid.
Lichaam en geest zijn waarlijk één.
Het probleem waar hij mee bleef zitten droeg hij onbewust over via zijn genen aan zijn zoon en via zijn zoon aan zijn kleinzoon.
Het bleek het spel van incarnatie en reïncarnatie te zijn hetwelk de oude zonderlingen met monnikskap deden verhalen dat de geest van leven voortleefde.
De wereldse wereld – ook het leven lijdend – "gapte" die gedachte als een ware troost.
Dan leefde men toch niet voor niets!
Het is gelijk de atoom-energie en de computer als pleister op de wonde voor ons lijden werden aangewend.
Uit die wereldse vertaling dat de geest van leven voortleeft, ontwikkelde zich een ware cultus : Het geloof c.q. "Het vluchten voor de doods gedachte".
En hoewel deze vlucht een illusie is heeft die illusie toch zin en is er niet voor niets.
De monniks-kappers van weleer hadden de ware zin van het leven gezien en hadden er vrede mee dat hun verhalen werden vertaald in waandenkbeelden.
Zij hadden het gelijk Nostradamus in de sterren gezien.
En zo werd ik hier op de wereld gezet – door een speling van het lot als "nachtschade"- ster met het gereïncarneerde probleem van mijn grootvader.
Ik wilde het wel ontlopen, maar ik kon het niet ontlopen.
Het stond in mijn genen beschreven.
Voor een ieder komt het uiterst arrogant over als ik U zeg dat al deze vertellingen "nil nisi veritas" zijn, die men zo men ze wil bewijzen, bewezen kunnen worden.
Maar men wil het niet bewijzen, omdat aan de waarheid geen stinkend geld kleeft zoals aan het geloof en aan de wetenschap.
En dat is juist waar we onze nieuwe illusie over de zin van het leven op bouwen, nu we "Het woord hebben opgegeten": het Amen Rika.
En zo werd ik gestuurd door de nacht de ware Lucifer voor dit nieuwe geloof. Ik werd verketterd en beschimpt om waarlijk alles wat ik als van een dief in de nacht ontving.
Allereerst door de geneeskunde industrie.
Later door de systeemdictatuur en tenslotte door mijn medemens.
Ik had geen andere keus dan met hangende pootjes te vertrekken naar de eenzaamheid.
Men had mij waarlijk de "roetkap" opgezet.
Ik leerde er enigszins vrede mee krijgen doch als gewone sterveling –gelijk U en ik– probeerde ik toch te overleven.
Dit lukte mij waarlijk niet zonder eigen waarde en toen de nood het hoogst was, bleek wederom de redding nabij. Een ram, in eigenwaarde "geslacht" door Reiki-inwijdingen, eiste haar overlevingsdrift bij me op.
Ik zal hier in het kader van geloof en geld-in-drang verder niet op in gaan.
Zij bleef in leven en gaf haar leven voor mijn overleven.
Maar slechts voor niets gaat de zon op.
Zij dwong mij als geen ander alles aan het geduldige papier toe te vertrouwen, opdat zij dit alles in rust kon "opeten".
En toen het er zo goed en zo kwaad als mogelijk stond, werd zij allereerst met boosheid overvallen, "Leven we dáár voor?"
Steeds weer probeerde ik haar te vertellen, hoe bijzonder het spel van oneindig bewegen van de kosmos is. Ik was daar geweest in mijn nachtelijke uitstapjes en zo van afstand zag het er allemaal zo vredig uit : gelijk een paradijs!
Het is waarlijk het spiegelbeeld van de mensenwereld waar alles zo vredig lijkt, doch slechts de schijn is die bedriegt.
En zij is waarlijk niet de enige, die gestuurd door een machteloze woede zo reageert.
Tussen de regels door beschreef ik in boeken en ook in deze verhalen over ons Lucifer zijn als zijnde de Lucifer in het oneindig bewegen "tot in den eeuwigheid" van Kosmisch Zijn.
Het is te eenvoudig voor woorden en om die redenen zo moeilijk te verhalen.
Het is het spel van aantrekken en afstoten.
Het is de Quantum theorie van Einstein voor al wat is.
Het is als de zomer en winter.
Het is als eb en vloed, de dag en de nacht, de zon en de maan die allemaal meedoen in òns levensspel.
Onze dampkring ontstond eens door een ware donderslag : "een Big Bang".
Het was die explosie van energie die alles verduisterde gelijk een "stof"-regen van een atoombom.
Die dampkring veroorzaakte een vermindere aantrekkingskracht van Moeder Aarde t.o.v. andere hemellichamen.
Het is gelijk wij mensen afstand nemen door een "schild" om ons heen te bouwen.
Ik weet dat praten over sex een haast even groot taboe is als praten over het geloof –het zwarte gat– in onze illusie nu we de nacht met het kunstlicht verdreven.
Het is als wij in het bedrijven van de seks eerst heel dicht bij elkaar komen om na het hoogtepunt op onszelf te worden teruggeworpen.
Onder die dekmantel ontwikkelt zich het aardse leven. Het is de overlevingsdrift van Moeder aarde zelf, die door haar tijdelijke "verwijdering" c.q. afstand van de zon haar eigen "zon" moet zijn om zichzelf te verwarmen. Het is gelijk wij onszelf verwarmen tijdens de winter.
In het verleden schreef ik reeds over de hartslag en ademhaling van Moeder Aarde : een planeet die leeft. Met evenveel recht had ik kunnen praten over electronen, die om hun neutron heendraaien in elliptische banen van aantrekken en afstoten.
Het aantrekken en afstoten hetwelk alles tot bewegen brengt c.q. leven.
De leven voortbrengende stofwisseling doet de Aarde steeds verder verwijderen van haar kern. Zij denkt het zelf te kunnen klaren gelijk haar kinderen.
Moeder Aarde.
Ze is gelijk de vrouw, die naarmate ze zich verder van de zon (de man) afkeert, steeds feller wordt in haar zelfoverlevingsdrift.
En haar kinderen –al het warmteproducerend leven– jaagt ze steeds meer op om aan haar wensen te voldoen.
En de zon…?
Geleidelijk dreigt de zon /de man de grip op Moeder Aarde te verliezen.
Echter…
De eis om te overleven doet haar kinderen steeds meer warmte produceren.
Degenen, die niet voldoen aan die eis moeten noodgedwongen het veld ruimen.
Alle volkeren, die niet wensten mee te doen in hòòr overlevingsdrift, dienden het veld te ruimen.
Het is als het vehaal van Kaïn en Abel.
Het is als het verhaal van de Indianen en de Joden.
En dan uiteindelijk zal dit alles reselteren in een grote vuurzee.
Een ware Big Bang, waarna ze zich noodgedwongen weer overgeeft aan de kosmische wet van aantrekken.
Dit aantrekken kan pas weer gebeuren als de Aardse dampkring opgesoepeerd is.
Dan pas en niet eerder zal zij zich weer onderwerpen aan het spel van eeuwig bewegen tot in de oneindigheid.
Dan pas wordt zij teruggefloten en zoekt weer toenadering tot de oerkracht Zon.
Dat is de zin van het menselijk denken, hetwelk hem de ware Lucifer deed zijn die het spel van Aantrekken en Afstoten in beweging houdt, waardoor alles om alles in elyptische banen om elkaar heen draait en blijft draaien.
Het is gelijk de mensen onderling niet anders doen : aantrekken en afstoten.
Maar!
We zijn niet voor niets kinderen van Moeder aarde!
Haar "genen-zijn" doet ons zijn die we zijn.
Dat is de ware zin van leven.
Om die redenen werd het ons gegeven en niets meer.
Het is het spel leven en laten leven waar wij een sleutelrol in mochten vervullen.
Is dat god-verdoem-mij niet genoeg!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.